Psychologische factoren die Pijn beïnvloeden

Wat zijn de Psychologische factoren die Pijn beïnvloeden?

Bespreking van die psychologische factoren is gegroepeerd onder drie primaire rubrieken: (1) Catastroferen, (2) pijn overtuigingen, en (3) pijn gerelateerde responsen.

 

(1)   Catastroferen:

Catastroferen is het probleem in gedachten veel erger maken dan het is. Catastroferen weerspiegelt de neiging om zich te concentreren op en te overpeinzen over “catastrofale” gedachten. Patiënten die catastroferen over hun pijn zullen zulke gedachten onderschrijven als “Mijn pijn is verschrikkelijk, en het zal nooit beter worden,” “Ik kan hier niet tegen,” en “Ik kan mijn pijn niet uit mijn gedachten houden “. Dus, catastroferen vertegenwoordigt zowel de inhoud van de gedachten van de mensen (dat wil zeggen, wat ze denken) als de manier waarop zij denken (bv over focusen en herkauwen). Van alle psychosociale factoren die zijn onderzocht, is catastroferen verreweg de sterkste en meest consistente voorspeller van het pijn en lijden van de patiënt. Patiënten die catastroferen zijn veel slechter af dan patiënten die niet catastroferen. Ze ervaren een hogere mate van pijn, depressie, angst en invaliditeit. Onderzoek toont ook aan dat patiënten die leren minder te catastroferen veel verbeteringen tonen op het gebied van pijnintensiteit, psychisch functioneren, en activiteitenniveau.

 

(2) Pijn overtuigingen:

Pijn overtuigingen zijn de betekenissen dat patiënten aan hun pijn toeschrijven. Belangrijkste pijn overtuigingen zijn:

a-      De controle en zelfkracht Overtuigingen: Patiënten die denken dat ze hun ervaring van pijn kunnen controleren en kan de effecten van pijn op hun leven beheersen, zullen uitspraken zoals: “Ik heb geleerd om mijn pijn te beheersen”, “Ik ben er zeker van dat ik mijn pijn kan verminderen “, en ” Ik kan doen wat ik wil doen, ondanks de pijn” onderschrijven. Deze patiënten hebben de neiging om een lagere intensiteit van de pijnniveaus, minder invaliditeit, minder depressie en verdriet te rapporteren in vergelijking met patiënten die niet geloven dat ze de pijn en de effecten ervan op hun leven kunnen beheersen.

b-      Aanvaarding Overtuigingen: Door lijden (en pijn) als een van de vele onderdelen van een rijke ervaring te accepteren, kunnen patiënten (paradoxaal genoeg) ook meer open zijn voor andere emotionele ervaringen, zoals vreugde of een gevoel van begrip of betekenis voor hun pijn hebben. Patiënten die deze algemene aanpak hebben bereikt onderschrijven twee kern overtuigingen: (1) de overtuiging dat de patiënt in staat is om een bevredigend leven te leiden dat consistent is met zijn of haar meest diepgewortelde waarden. Ook bij chronische pijn (een soort van zelfkrachtovertuiging [paragraaf a]) en (2) de overtuiging dat vermindering van de pijn niet een centrale doelstelling is maar het is een van de doelstellingen.

c-      Invaliditeit overtuigingen weerspiegelen de overtuiging dat men door pijn per se is uitgeschakeld. De patiënt die meent dat hij of zij meer is uitgeschakeld door pijn zal waarschijnlijk optreden als een gehandicapte : twee patiënten met dezelfde mate van intensiteit van de pijn kunnen verschillende opvattingen hebben over de mate waarin deze pijn hun leven beinvloed. Patiënten die handicap overtuigingen vasthouden onderschrijven uitspraken zoals “Mijn pijn zou iemand stoppen een actief leven te leiden” en “Als mijn pijn blijft op het huidige niveau, zal ik niet in staat zijn om te werken.”

d-      Schade overtuigingen weerspiegelen het verkeerde begrip dat pijn noodzakelijk een teken of een signaal van fysieke schade is, en dat activiteiten die resulteren in meer pijn (zoals lichaamsbeweging of zitten voor twee uur bij een film met vrienden en familie)  daarom moeten worden vermeden. Patiënten die dergelijke overtuigingen vasthouden zouden uitspraken zoals “De pijn die ik meestal ervaar is een signaal dat een schade ergens in mijn lichaam bestaat” en “Als ik sport beoefen of beweeg, maak ik mijn pijn probleem nog veel erger” Onderschrijven.

e-      Pijnbestrijding Verantwoordelijkheid overtuigingen. Veel patiënten met chronische pijn hebben een diep overtuiging in een zuiver biomedische model van hun lijden. Ze geloven dat deze pijn een teken van lichamelijke of zenuw schade moet zijn, en dat deze schade moet genezen, of worden “gevonden en genezen” voordat de patiënt in staat is om door te gaan met het leven. Deze patiënten hebben de neiging om medische verklaringen voor hun lijden te zoeken en hebben de neiging om pijn-management (pijncoping) benadering te negeren. Pijnbestrijding verantwoordelijkheid overtuigingen hebben twee subdomeinen: (1) de overtuiging dat een medische behandeling voor iemands pijn mogelijk is (of op een dag mogelijk zal zijn) en (2) de overtuiging dat de zorgaanbieders in de eerste plaats verantwoordelijk moeten zijn voor de pijnbestrijding. Patiënten met deze overtuigingen zouden de volgende uitspraken onderschrijven: “De tak van de arts is om een effectieve pijnbehandeling te vinden” en ” ik ben meer afhankelijk van de arts dan van mijn eigen kracht om van mijn pijn af te komen.”

f-      Analgetica gebruiken overtuigingen. Patiënten die pijnstillende medicatie zien als een goede oplossing, onderschrijven uitspraken als “Ik zal waarschijnlijk altijd pijnstillers blijven nemen” en “Geneeskunde is een van de beste behandelingen voor chronische pijn“. Patiënten die geloven in pijnstillende medicijnen voor chronische pijn zijn minder bereid om het gebruik van pijn-management (zonder-medicatie) toe te passen, zoals lichaamsbeweging, cognitieve herstructurering, en zelf-hypnose.

g-      Bekommernis Overtuigingen. Bekommernis overtuigingen weerspiegelen de verwachting dat andere mensen, in het bijzonder significante anderen, zoals een echtgenoot of andere familie lid,  bezorgd moet zijn als de patiënt pijn ervaart. Patiënten met dergelijke overtuigingen onderschrijven uitspraken als “Als ik pijn heb, dan wil ik zien dat mijn familie me beter gaan behandelen” en ” als ik pijn heb dan moet ik vaak nog meer liefdevolle verzorging krijgen dan wat ik nu krijg “. Patiënten die Bekommernis overtuigingen onderschrijven, zouden bijzonder gevoelig of responsief kunnen zijn op wat familieleden zeggen en doen tijdens de periode waarin de patiënt pijn ervaart.

 

(3) Pijncoping (“Pijnomgaan” of het omgaan met pijn) reacties:

a-      “Coping zelf-uitspraken” kan worden beschouwd als het tegenovergestelde van catastroferen. Interessant is, echter, dat catastroferen sterker (negatief) verbonden met het functionerende is dan “Coping zelf-uitspraken” geassocieerd (positief) is met het functioneren. Dit suggereert dat het belangrijk kan zijn om catastroferen te ontmoedigen dan om “Coping zelf-uitspraken” bevorderen.

b-      Bewaking: Bewaking heeft betrekking op het houden van een lichaamsdeel stilstaande of stijf of beperken van het gebruik van een lichaamsdeel (bijvoorbeeld beperkte staan ​​of lopen) als een manier om pijn te minimaliseren. Mensen die bewaken hebben de neiging om langzaam of stijf te bewegen. Als ze een been bewaken, lopen ze kreupel. Als ze hun nek bewaken, en willen ze naar de zijkant kijken, gaan ze hun hele lichaam draaien in plaats van het alleen hun hoofd draaien. Het gebruik van een stok, een arm draagdoek of rugsteun (rug korset) voorstelt een bewaking gedrag.

c-      Pacing: Pacing verwijst naar het beheersen van de snelheid waarmee men taken uitvoert. Het doel van een geschikte pacing is om belangrijke doelen te bereken. Patiënten die pacen door te rusten in reactie op pijn, zijn niet goed aan het pacen omdat ze baseren hun keuze om te rusten op de pijn in plaats van op hun doelen. Wanneer patiënten rusten om met pijn te copen of actiever worden gedurende pijn, Pacen ze niet goed omdat ze baseren wat ze doen op het niveau van pijn of pijn in plaats van op de (meest waardevolle) doelpunten.

d-     Rusten. Patiënten moeten worden ontmoedigd te rusten wanneer ze pijn hebben (dat wil zeggen, op een pijn-voorwaarde basis). Patienten moeten worden aangemoedigd om te rusten als een versterking voor de uitoefening van een belangrijke activiteit (bijvoorbeeld na 30 minuten van het uitvoeren van een oefening die hun arts heeft ze aanbevolen uit te voeren).

e-      Het vragen om hulp: Het geven en ontvangen van positieve globale sociale steun (“onvoorwaardelijke positieve waardering”) met dierbaren is belangrijk voor het gevoel van verbondenheid en draagt ​​bij aan een zinvol leven. Aan de andere kant, het verstrekken van pijn-voorwaardelijk ondersteuning, waarin geliefden patiënt helpen om klusjes te voltooien of ontmoedigen ze zijn activiteit wanneer de patiënt pijn ervaart, toont steeds aan dat dat slechter patiënt-functionering veroorzaakt. Patiënten die vragen om hulp als een manier van omgaan (coping)met pijn zijn in een groter risico dan patiënten die niet vragen om dit soort nutteloze hulp. Dit geldt voornamelijk voor patiënten die met een echtgenoot of familielid leven die zo veel mogelijk ondersteunend wil zijn. Dus, om patiënten te helpen de kwaliteit van hun leven te maximaliseren, kunnen ze of moeten ze worden aangemoedigd om emotionele steun op regelmatige basis te verkrijgen. Het ontbreken van een dergelijke steun kan, en voor veel mensen zal leiden tot stress of depressie.

f-       Taak persistentie: verwijst naar de coping-strategie van voortzetting van de normale (redelijke) activiteit, ondanks de pijn. Het stimuleren van deze coping-reactie bij personen voor wie het fysiek veilig is om actief te zijn, staat centraal bij adaptief pijnbestrijding. Een patiënt die in staat is om zijn of haar activiteiten te behouden, ondanks de pijn is een persoon die pijn niet toelaat zijn of haar leven te beheersen. Belangrijk, zou iemand geplande activiteiten kan handhaven ondanks pijn dan verwachten we dat deze patiënt (1) goede fysieke conditie heeft in het algemeen, (2) hij kan meer activiteiten verdragen, en (3) beter kunnen deelnemen aan doel activiteiten ten opzichte iemand die alleen maar rust neemt als reactie op pijn of pijn-oplaaien.

g-      Oefening en rekken: Mensen die geen chronische pijn-problemen hebben die regelmatig sporten, leven langer, voelen zich sterker en gelukkiger en kunnen beter slapen.